De ingetogen Johannes Vermeer
Johannes Vermeer (1632-1675) heeft geleefd en gewerkt in Delft. Hij was van oorsprong protestants opgevoed door zijn ouders, maar werd katholiek toen hij in 1653 trouwde met Catharina Bolnes. Er is geen zelfportret van hem bekend.

Zijn ouders hebben twee herbergen gehad in Delft. De bekendste en laatste was herberg Mechelen op de Markt, waar zijn vader, die van oorsprong satijnwever was, ook kunst verhandelde. De schilderijen van diverse schilders hingen verspreid in zijn herberg. Vermeer had een zus Geertruy. Later toen zijn vader stierf werd geacht dat zijn zoon de herberg overnam en voortzette, maar dat lag totaal niet in zijn aard en ging daarom snel ter ziele.
Onbekend is wie ooit zijn leermeester is geweest. Zijn ouders hadden het niet breed en er wordt aangenomen dat er geen geld beschikbaar was voor een opleiding. Johannes Vermeer heeft waarschijnlijk zichzelf het vak eigen gemaakt door veel te experimenteren en te kijken naar anderen. Met verschillende schilders had hij een goed contact en hebben hem beïnvloed, zoals o.a. Carel Fabricius en Leonard Bramer die eveneens uit Delft kwamen. Maar ook diverse Utrechtse Caravaggisten en Abraham Bloemaert uit Utrecht.

In 1653 werd hij lid van het Lucasgilde in Delft en is daar verschillende jaren hoofdman (voorzitter) geweest. Hij handelde op bescheiden voet in schilderijen van andere schilders, maar zag zichzelf het liefst gewoon als schilder.
Zijn schoonmoeder was Maria Stins, afkomstig uit een rijke Goudse familie van handelaren in bakstenen. Deze vrome, overtuigd katholieke, welgestelde dame gaf toestemming voor het huwelijk op voorspraak van Leonard Bramer. Zij woonde in een groot huis met 11 kamers aan de Oude Langedijk in Delft en daar woonden en werkten later ook Johannes Vermeer met zijn vrouw Catharina en 11 nog levende kinderen.

Vermeer maakte maar 2 of 3 schilderijen per jaar en vaak in opdracht. Hij had geen hoge productie, wat de reden was dat de familie, ondanks het vermogen van Maria Stins, het later steeds minder goed kreeg. Zijn beschermheer Pieter Claerszn Van Ruijven bleek na zijn dood van de 35 schilderijen die Vermeer gemaakt heeft, er 21 in zijn bezit te hebben. Van zijn 35 schilderijen zijn er ook maar 21 gesigneerd. Dat was niet ongebruikelijk voor die tijd. De schulden van de bakker, slager en apotheker, waar hij zijn pigmenten en andere schildersspullen haalde, werden steeds vaker afbetaald met schilderijen.
Eerst gaf hij er de voorkeur aan om stadsgezichten te schilderen, zoals Het straatje (1658) of Gezicht op Delft (1661), maar later heeft hij zich meer toegelegd op portretten. Hij schilderde bij voorkeur ingetogen portretten van jonge vrouwen, zoals Het meisje met de parel (1666) of een dame die aan het schrijven, lezen of musiceren was, zoals o.a. Dame en dienstbode (1667).
De kleurstelling en verbijsterende lichtgehalte van Vermeer zijn opvallend. De invloed van Caravaggio. Hij gebruikte soms dure pigmenten en zijn voorkeur ging vooral uit naar ultramarijn en loodtingeel. Deze kleuren zijn ook terug te vinden in o.a. Het melkmeisje (1660).

Historische stukken heeft hij niet veel gemaakt. Een voorbeeld daarvan is Diana en de nimfen (1653-1656). Dit tafereel is vaker afgebeeld door o.a. Rubens, maar hij schilderde veel grootser en zijn personages praktisch naakt. Vermeer schilderde ze gekleed.

Diverse wetenschappers verdedigen de opvatting dat Vermeer bij het maken van zijn schilderijen later gebruik heeft gemaakt van een camera obscura. Een uitvinding van Antoni van Leeuwenhoek, een bekende en tijdgenoot van Vermeer. Als argumenten voeren zij aan: een feilloos ruimtelijk perspectief in Vermeers schilderijen en het ontbreken van hulplijnen onder de verflaag; onscherpe, softfocus-achtige elementen die slechts door het gebruik van een lens kunnen zijn ontstaan.
Johannes Vermeer is onder de druk van zijn schulden op 43-jarige leeftijd overleden. Hij schijnt te zijn ingestort en anderhalve dag later dood te zijn aangetroffen in huis.
Een aantal van zijn schilderijen is nog steeds te zien in o.a. het Rijksmuseum in Amsterdam en het Mauritshuis in Den Haag. Ga er eens naar kijken als je in de buurt bent. Het is de moeite waard.
Mary van Loon