Een huishouden van Jan Steen
Jan Havickszoon Steen (1626-1679) is geboren in Leiden. Zijn vader is Havick Steen, graanhandelaar en brouwer, en zijn moeder is Elisabeth Capiteyn. Ze kregen veel kinderen. Twee zonen en zes dochters zijn in leven gebleven. Jan was de oudste. Hij kwam uit een gegoede, katholieke familie en zijn vader had een eigen bierbrouwerij.

Jan Steen is net als Rembrandt (1606 – 1669) ook in Leiden naar de Latijnse school en de universiteit geweest. Op de universiteit is hij echter niet vaak verschenen. Men denkt dat het hem meer ging om de privileges, zoals vrijstelling van de schutterij en betaling van accijns op wijn en bier.
Een oom van Jan is de oudste broer van de eveneens Leidse schilder Jan Lievens (1607-1674), die regelmatig bij hen over de vloer kwam. Jan Steen is in de leer geweest bij Nicolaus Knüpfer, een Duitse schilder van historische en figuratieve taferelen. Hij heeft hem veel geleerd over composities en kleurgebruik. Bij zijn leermeester Adriaen van Ostade leerde hij over het boerenleven schilderen. Weer later heeft hij les gehad van de landschapsschilder Jan van Goyen, met wiens dochter Margret hij in 1649 trouwde en in Den Haag is gaan wonen. Jan Steen heeft zich veel verschillende schildersdisciplines aangeleerd.
Vanaf 1654 heeft hij nog twee jaar in Delft gewoond tijdens de grote ontploffing van het Kruithuis in het centrum van Delft waar o.a. de jonge schilder Carel Fabritius (1622-1654) bij om het leven kwam en het hele centrum opgeblazen werd.

Jan Steen schilderde historische, mythologische en religieuze scenes, portretten zoals Adolf en Catharina Croeser aan de Oude Delft (1655), stillevens en landschappen. Een voorbeeld is ook Landschap met herberg en kegelaars (1656). Eveneens schilderde hij een aantal zelfportretten zoals hierboven De luitspelende paljas (1663). Het ontbrak hem hierin vaak aan ijdelheid.

Het meest bekend is hij echter geworden met zijn de schilderijen over vrolijke, huiselijke, uit de hand lopende taferelen. Hierdoor is de uitdrukking Een huishouden van Jan Steen ontstaan. Vaak kwamen zijn eigen gezin en familie voor in deze voorstellingen. Zijn schilderijen waren vaak een toonbeeld van wanorde, wellust en levendigheid en hij schilderde zichzelf regelmatig tussen de mensen op het paneel. Ook schilderde hij vaak kroegtaferelen of mensen die aan het feestvieren waren. Daar kwamen altijd kinderen in voor en daar werd hij om geroemd.
Kleine hints en symbolen in zijn schilderijen maken duidelijk dat Jan Steen de kijker niet wilde aanmoedigen ook zo te gaan leven, als wel het publiek wilde vermanen. Veel van zijn schilderijen duiden op oude Nederlandse spreekwoorden. Een voorbeeld hiervan is het schilderij Het vrolijke huisgezin (1668) met op het blad bovenin geschreven Soo voer gesongen, soo na gepepen, waarmee het spreekwoord Zoals de oude zongen, piepen de jongen bedoeld wordt.

Zijn schilderijen waren vaak uitbundig en hij beheerste de kunst van het gebruik van licht en de aandacht voor details en stofuitdrukkingen uitstekend. Jan Steen had geen leerlingen, maar werd wel redelijk goed betaald voor zijn schilderijen, zodat hij zonder leerlingen in zijn eigen levensonderhoud kon voorzien. Hij heeft in zijn leven ongeveer 400 schilderijen gemaakt.
Van 1656 tot 1660 heeft hij met zijn gezin in Warmond gewoond en van 1660 tot 1670 in Haarlem, waar ook Frans Hals (1582-1666) toentertijd woonde en werkte. Daar was Jan Steen het meest productief. In 1669 stief zijn vrouw Margret en zijn moeder Elisabeth. Toen een jaar later ook zijn vader stief, is Jan terug naar Leiden verhuisd. Daar is hij gaan wonen in het huis van zijn ouders dat hij geërfd had, en is daar ook tot zijn dood blijven wonen.

In 1671 werd Jan Steen gekozen tot hoofd van het Sint Lucasgilde in Leiden, wat hem veel aanzien opleverde. Ook opende hij in dat jaar Taveerne De Vrede in Leiden. Hij trouwde in 1673 met Maria van Egmond. Jan had toen al zeven kinderen en met de twee kinderen van Maria vormden ze een nieuw gezin. Samen kregen ze nog twee kinderen. Vanaf 1674 liepen zijn schulden op en bracht hij zijn tijd vaak drinkend door met andere schilders.
In 1679 stierf Jan Steen op 53-jarige leeftijd. Hij ligt begraven in het familiegraf in de Pieterskerk in Leiden.
Twee zonen werden ook schilder en zijn dochter Catharina trouwde met zeeschilder Jan Porcellis.
Mary van Loon