Het stilleven
Dit keer geen artikel over een klassiek kunstschilder, maar over een ander onderwerp te weten: het stilleven. Een stilleven is een schilderij of tekening waarin een compositie van meestal levenloze objecten door een schilder weergegeven wordt. Aanvankelijk werd het als studiewerk gebruikt, waarin een schilder zijn vaardigheden kon oefenen in het maken van een goede compositie, het weergeven van kleurnuances, dieptewerkingen, materiaaluitdrukkingen en overgangen van lichte naar donkere partijen (clair-obscur). Later werd het stilleven ook een handelsartikel waar een diepere betekenis in schuilde. Het tonen van bijvoorbeeld welvaart, vergankelijkheid, ijdelheid, wellust of gematigdheid. Dit werd getoond door het afbeelden van onderwerpen die in die tijd een vaste betekenis hadden in de symboliek.

Een stilleven is van alle tijden. De Romeinen schilderden deze al op muren, die bij archeologische opgravingen in Pompeï teruggevonden zijn.

Eén van de eerste stillevens uit de tijd van de vroege Barok is een fruitmand van de Italiaanse Caravaggio (1571-1610) uit 1605. Hierin schilderde hij allerlei soorten fruit zoals hij ze zag. Heel realistisch en met rotte plekjes. Dit werd in die tijd als heel schokkend ervaren, omdat men hier nog niet aan gewend was. Alles werd voorheen mooi afgebeeld in volmaaktheid. Dat was nog in de tijd van de Renaissance. Nu was de tijd van de Barok aangebroken.

Sommige kunstenaars schilderden hele drukke taferelen met veel onderwerpen. Anderen hielden juist van de eenvoud, zoals de Zeeuws-Vlaamse Adriaen Coorte (1660-1707) uit IJzendijke in 1697 deze asperges afbeeldde. Je kunt ze bijna van het paneel pakken. Kijk naar het licht- en donkereffect en naar de bijna doorschijnende asperges. Prachtig weergegeven in al hun eenvoud.
Stillevens werden erg populair in die tijd. Veel bekende 17e eeuwse schilders hielden zich hiermee bezig. Kooplieden lieten op schilderijen graag de exotische vruchten, kruiden en Chinees porselein afbeelden waarin zij handelden of wat ze in huis hadden. Rijkdom en overvloed straalde dit uit. Het is natuurlijk de tijd van de VOC, die in 1602 opgericht was, en heel veel welvaart bracht in met name Amsterdam, waardoor de uitgebreide grachtengordel aangelegd kon worden met de kostbare koopmanswoningen met grote ramen aan de straatkant.

De calvinisten daarentegen verafschuwde dat en lieten liever schilderijen maken waarin de vergankelijkheid en gematigdheid afgebeeld werd. Denk bijvoorbeeld aan vanitas schilderijen, waarop vaak een schedel, horloge, uitgeblazen kaars, omgevallen glas, verwelkte bloemen of vergane boeken afgebeeld werden. Een voorbeeld hiervan is een vanitas schilderij van de Brabantse Pieter Claesz. (1596-1661) dat hij in 1630 maakte. Hij heeft lang in Haarlem gewoond en werkte veel samen met Willem Claesz. Heda (1594-1680). Zij waren in dit genre de belangrijkste vertegenwoordigers van de Haarlemse School.

Een jachttafereel was eveneens een geliefd onderwerp. Hier was bijvoorbeeld Jan Weenix (1640-1719) heel bekend om en schilderde dit exemplaar in 1714. Kijk naar de overvloed en de exotische sfeer die dit uitstraalt met de vruchten en het aapje.

Tevens waren bloemstillevens heel populair. Zeker in de tijd van de tulpenmanie. Tulpen kwamen oorspronkelijk uit Turkije en brachten de VOC schepen mee naar Amsterdam. Hieromheen ontstond een ware handel in bollen, die mensen tot grote gekte dreef en er werd flink gespeculeerd in de bollen zelf, maar ook in opties op bollen die nog in de grond zaten. In februari 1637 besloot de Amsterdamse rechtbank echter dat dit alle perken te buiten ging, omdat een bol soms de waarde van een grachtenpand kreeg. Zij besloot dat een tulpenbol geen enkele waarde meer had. Dit heeft veel handelaren de kop gekost. Zij waren al hun bezittingen in één klap kwijt en gingen failliet. Deze tulpenmanie werd gezien als de eerste uitgebreid beschreven speculatiegolf in de wereldgeschiedenis. De Haarlemse Hans Bollongier (1600-1645) schilderde in 1639 dit bloemstilleven met de bewuste tulpen.

Een ander geliefd voorbeeld is ook een pronkstilleven, waarmee men overvloed en rijkdom in huis kon hangen. Let op de oesters en de papagaai. In het schilderij zijn exotische overvloed, wellust, maar ook vergankelijkheid te lezen. Het is in 1650 geschilderd door Jan Davidsz de Heem (1606-1684) en getuigd van grote klasse.
Het enige stilleven dat Rembrandt ooit gemaakt heeft dateert uit 1639.

Mary van Loon